Skip to main content

CO-TRAINEN geschreven door TANJA VERHEIJEN

Workshop ‘De trainingsacteur als co-trainer’ door HUGO VOS

 Datum:               26 november 2022

Twaalf trainingsactrices, één gastvrouw, Hugo en een tafel op zijn kant met daaraan vellen papier met het programma uitgeschreven: Het ‘van plan’ van die dag. ‘Van plan’, zodat er nog van afgeweken kon worden… en dat gebeurde direct. Nadat de flipoverstandaard alsnog gebracht werd, het pak vellen papier daar aan gehangen kon worden, kon het voorstelrondje starten en direct al uitlopen…

Het uitgebreide voorstelrondje was echter wel nuttig. We wisten meteen van elkaar waar we tegenaan lopen als we met het co-trainerschap geconfronteerd worden. Er ontstaat snel onduidelijkheid over jouw positie, jouw taak, de verantwoordelijkheden, het tarief en het schakelen tussen de rol als co-trainer en trainingsacteur. Zo gauw dat op tafel ligt, wisten we ook waar we de antwoorden op zochten. Wanneer deze dag nuttig voor ons zou zijn. Waarop we wilden weten wat wél werkt.

Hugo deelde ons in 3 groepen in, waarbij in elk groepje een nummer 1, 2, 3 en 4 zaten.

Opdracht 1: Stel jezelf voor als co-trainer en wat de groep van je kan verwachten.

Wat werkt?

  • - Hou het kort en krachtig.
  • - Geef de groep verantwoordelijkheid en leg uit waarom.
  • - Neem de leiding: geef kader, leg je rol uit en structuur.
  • - Een opbouw in het voorstellen: Wie ben jij, wat kan je van mij en van de groep verwachten en wat zijn de spelregels.
  • - Jouw positie als co-trainer te kennen en tegelijkertijd niet zo serieus te nemen.
  • - Verder werkt het om woorden als leren en oefenen te vermijden en te vervangen door woorden als onderzoeken, uitproberen en experimenteren.
  • - Met de groep samen onderzoeken wat er wel werkt en hoe dit werkt.

Opdracht 2: Nummers 1 wisselen van groepje. Nr 1 is co-trainer, de rest deelnemer binnen een training omgaan met feedback. Haal uit de groep op wat de deelnemers willen oefenen.

Wat werkt?

  • - Samenvatten en doorvragen.
  • -
  • - Geef de mensen (1 minuut) bedenktijd wat ze willen leren.
  • - Geen ‘schrikbeurt’ aan deelnemers geven, maar zelf de beurt laten nemen.
  • - Doe/wees uitnodigend (vragend glimlachen).
  • - Leg uit wat je van de groep verwacht.
  • - Wees bewust van je houding.
  • - Wees je bewust van je omgeving/groep.
  • - Alles heeft invloed, dus maak steeds opnieuw de keuze: Wat past nú, híer?

 

Opdracht 3: Nummers 2 wisselen van groepje. Er zijn 3 deelnemers, je kunt één casus behandelen. Welke kies je?

Wat werkt?

Bij uitweiden:

  • - Samenvatten en gericht/sturend vragen naar de casus.
  • -
  • - Laat ze een keuze maken als ze twijfelen tussen meerdere casussen.
  • - Gesloten vragen.

Geen casus:

  • - Erkenning geven dat diegene dit aangeeft.
  • - Maak er geen punt van. Laissez faire.
  • - Er is altijd een goede reden.

Wil niet spelen:

  • - Erkenning geven dat diegene dit aangeeft.
  • - Onderzoek wel wat de casus is.
  • - Geef een compliment.
  • - Pas je werkvorm er op aan.
  • - Betrek hem/haar door bijvoorbeeld een actieve rol in de feedback te geven.

In het algemeen:

  • - De neiging om veel aandacht te geven aan mensen die niets hebben of niet willen is groot, maar hou de focus juist op degenen die wél willen!
  • - Neem een kruiwagen vol erkenning mee. Als iemand wel wil, als iemand niet wil, als iemand wat dan ook… erkenning!

Er was ons gevraagd allemaal een energizer voor te bereiden voor deze dag en na de lunch startten we op met de energizer die Gerty Hanekamp had voorbereid. In tweetallen kaartjes met emoties uitbeelden aan elkaar. Het tweetal dat elkaars emoties het snelst geraden had won een knuffel van Hugo. Volgens mij was een dame van het troostprijsduo het meest gretig en zij heeft de prijs opgehaald. 😉

Opdracht 4: Nummers 3 schuiven door. Je bent co-trainer en één van jouw deelnemers is trainingsacteur en wil in gesprek met de trainer waardoor zij overvallen is on the spot om als co-trainer aan de slag te gaan. Hoe spreek ik die directieve trainer aan op deze onaangename verrassing? Want daar wil zij graag een hoger tarief voor vangen.

Wat werkt?

Op het niveau van de trainer aanspreken:

  • - Meekleuren met de trainer.
  • - Ik-boodschap geven.
  • - De timing van het gesprek, het juiste moment kiezen.
  • - Plustaal ipv twijfeltaal. Wat wil je wél?
  • - Onderzoek de voorkant. Waarom is dit vooraf niet besproken en hoe kun je dit voorkomen?

Op het niveau als co-trainer in het schakelen van rol:

  • - CKC (Collectief Kennis Centrum). Het totaal weet meer dan jij alleen, dus:
  • - Haal het uit de groep, wat hebben zij gezien?
  • -
  • - Je hoeft niet alles te weten.

Opdracht 5: Nummers 4 schuiven door en leggen als co-trainer hun favoriete model uit aan de groep.

Wat werkt?

  • - Informatie halen uit de groep.
  • - Visueel maken.
  • - Stap voor stap, hak het in stukjes.
  • - Eerst de theorie uitleggen en dan de tekening.
  • - Weinig woorden, kort en krachtig houden.
  • - Erkenning geven.
  • - Voorbeelden geven.
  • - Check of het is aangekomen.
  • - Humor mag.

Als co-trainer ben je er niet voor de uitleg van de theorie binnen welke kader direct wordt geoefend. Je kan echter wel een model uitleggen op het moment dat dit binnen jouw subgroepje spontaan nodig blijkt om duidelijk te maken waar het rollenspel op vast blijft lopen bijvoorbeeld.

Opdracht 6: Nummers 1 gaan een groepje terug en gaan een energizer met het groepje doen.

Wat werkt?

  • - Zelf energie, enthousiasme hebben.
  • -
  • -
  • - Leg het proces helder uit.
  • - Laat ze staan.
  • - Iets met humor.

Opdracht 7: Hugo doet ons voor hoe je als co-trainer te werk kan gaan met de nadruk op hoe je in en uit de rol stapt.

Wat werkt is leren door te zien:

  • - Hugo legt uit dat het thema is het gesprek aangaan met de trainer over jouw rol als trainingsacteur. Hij spreekt iemand aan: ‘Wil jij oefenen?’
  • - Hij schiet in de rol.
  • - “Time-out”. Uit de rol dus.
  • - “Wat zien jullie gebeuren?” en hij laat de groep vertellen. Er komt een reactie over het gebruik van twijfeltaal.
  • - “Wie denkt: Ik kan dit zonder twijfeltaal?”
  • - En Hugo zit weer met iemand in de rol.

Wat werkt bij het uitvragen van de rol:

  • - Kort context te vragen.
  • - Drie woorden te vragen die “Henk” (de rol) beschrijven.

Wat werkt sowieso als co-trainer:

  • - In interactie met de groep blijven.
  • - Mensen op de eigen stoel laten zitten (i.p.v. om de beurt naar voren halen).
  • - Snel van oefenmoment te wisselen.

Al met al een dag met veel doen en veel inzichten. Vanwege de ‘go with the flow’ manier echter nog energie over aan het eind van de dag. Dankjewel, Hugo!

En ja, ook bij het maken van dit verslag mijn ‘van plan’ kunnen aanpassen. Thuis bleek de geheugenkaart van mijn telefoon gecrasht te zijn en ik had niet alles meegeschreven. Het Collectieve Kennis Centrum dus aangesproken. Dank diegene(n) die de foto’s van de flipover hebben nagestuurd via onze gastvrouw Anita!